Als je jouw meetgegevens wilt samenvatten, dan ben je er niet met het gemiddelde.
Ga maar na : stel dat er in school een klas is met allemaal min of meer dezelfde leerlingen, die allemaal ongeveer hetzelfde cijfer halen. Of je hebt een klas met een paar bolleboosjes en een paar leerlingen die het al hebben opgegeven.
In het eerste geval zijn de cijfers allemaal ongeveer gelijk; de spreiding is klein. In het tweede geval zijn er leerlingen met negens en tienen, en leerlingen met tweeën en drieën; nu is de spreiding groot.
Hoe geef je dat verschil aan? Klik volgende